Op 13 juni speelde Nederland de eerste EK-wedstrijd tegen Oekraïne. In deze wedstrijd vielen drie van de vijf doelpunten in de laatste 15 minuten. Dat is niet ongewoon. Het komt vaker voor dat in het laatste kwartier van de wedstrijd nog meerdere doelpunten vallen. Onderzoek laat zien dat in deze laatste periode over het algemeen meer doelpunten worden gescoord dan in de periodes daarvoor.
Een belangrijke oorzaak is een gebrek aan concentratie binnen het team. Concentratie is de vaardigheid de aandacht te kunnen richten op datgene wat op een bepaald moment belangrijk is, terwijl je afleidingen negeert. Spelers die geconcentreerd zijn, richten hun aandacht op hun taak. Die taak wisselt in een sport als voetbal voortdurend. Zo moet een speler aan de bal zijn aandacht afwisselend richten op de bal, zijn tegenspeler, de positie van medespelers en aanwijzingen van de coach. Op het moment dat hij wordt afgeleid, wordt zijn concentratie (kort) verstoord, waarop de kans groot is dat hij balverlies lijdt. Wanneer het hele team moeite heeft zich te concentreren terwijl de tegenstander wel (nog) scherp is, zie je vaak een tegendoelpunt vallen. Concentratie is dan ook van essentieel belang voor een goede sportprestatie.
Hoe kan het nu dat de concentratie in een team juist aan het einde van de wedstrijd te lijden heeft? Vermoeidheid is een eerste factor. Het langdurig richten van de aandacht op de taak en het negeren van afleidingen kost veel energie. Aan het einde van de wedstrijd raken spelers vermoeid, waardoor afleidingen meer kans krijgen. Een tegenstander die op dat moment wel scherp is, kan hiervan profiteren door de bal te veroveren.
Een andere factor is de stand in een wedstrijd. Wanneer een team op een riante voorsprong staat, zie je de aandacht vaak verslappen. Spelers hebben het gevoel dat de buit al binnen is, en vieren in hun hoofd al een feestje. Hierdoor is hun aandacht niet meer volledig gericht op de taak. Andersom komt ook voor: wanneer een team behoorlijk achterstaat, vermindert de concentratie omdat spelers zich zorgen maken, doordat hun motivatie afneemt of door frustraties en ergernissen. Vaak zie je dat teams lang geconcentreerd blijven spelen, tot het moment dat ze ineens op achterstand komen te staan. Vervolgens worden ze weggespeeld.
Spanning is een derde reden voor een verminderde concentratie aan het einde van de wedstrijd. Waar een bepaalde mate van spanning nodig is om alert te zijn, maakt te veel spanning het lastig om de aandacht te richten op de juiste prikkels, of om de aandacht goed te switchen tussen prikkels. Angst zorgt ervoor dat sporters hun aandacht overmatig richten op irrelevante prikkels. Een speler kijkt te veel naar zijn medespelers en heeft daardoor te weinig aandacht voor zijn verdediger. Hierdoor passt hij hem recht in de voeten. Of een spits in scoringspositie blijft met zijn aandacht hangen op de keeper en kijkt hierdoor niet naar de lege plek in het doel. Hierdoor schiet hij de bal juist recht op de keeper af.
Als trainer-coach kan je zowel in de voorbereiding, als tijdens de wedstrijd van invloed zijn op de concentratie van je sporters. Hieronder vier tips:
Door de combinatie van bovenstaande tips toe te passen, zullen je sporters steeds vaardiger worden in het concentreren. Hiermee verklein je de kans dat onnodige (late) tegendoelpunten je om de oren vliegen.
Marjolein Torenbeek is Sportpsycholoog VSPN®. Ze houdt zich bezig met teamontwikkeling in de sport: teams helpen beter samen te werken en communiceren, voor meer synergie en betere teamprestaties. Ook begeleidt ze sporters in hun persoonlijke ontwikkeling en het leren omgaan met wedstrijddruk.