Mei en juni zijn de maanden waarin veel sportcompetities eindigen. En dan: voor je het weet breekt het nieuwe seizoen aan, met voor iedereen nieuwe kansen. Met frisse energie ga je aan de slag om er weer een mooi seizoen van te maken. Met zowel aandacht voor individuele ontwikkeling, als het trainen van het samenspel op het veld.
Het is goed je te realiseren dat alles wat je erin stopt, er pas écht uitkomt, wanneer de dynamiek in het team goed is. Wanneer er sprake is van een goede sfeer in het team, wanneer spelers prettig en effectief met elkaar communiceren en zich in het team op hun gemak voelen. Wanneer ze elkaar accepteren, vertrouwen hebben in de kwaliteiten van het collectief en zich inzetten om elkaar beter te maken.
Want hoe beter de groepsdynamiek, hoe minder tijd en energie verloren gaat door gedoe, ruis, onvrede en onzekerheid. Met als gevolg dat individuele spelers en het team als geheel zich sneller ontwikkelen en beter presteren. Juist in de eerste weken van het seizoen, de periode vóór de start van de competitie, is het belangrijk om hier een start mee te maken. Hiermee creëer je een basis waar je de rest van het seizoen profijt van zult hebben.
In de Forming fase (uit het bekende model van Tuckman), die eerste weken samen, houden teamleden zich normaalgesproken op de vlakte. Ze spreken zich nog weinig uit en vertonen voorbeeldig gedrag. Dat geldt in sterke mate voor nieuwe teams, maar evengoed voor teams waarbij slechts een enkele nieuwe sporter of staflid is aangesloten.
Een nieuw seizoen is namelijk voor iedereen weer even afwachten: hoe gaat het zijn, wat kan ik verwachten? Wie zijn de anderen, met wie heb ik wel en met wie geen klik? Welke (ongeschreven) regels gelden er hier? En wat zijn onze doelen dit seizoen? Kortom: het is de fase waarin de spelers en staf elkaar moeten leren kennen en waarin de groep behoefte heeft aan duidelijkheid.
In zijn algemeenheid geldt daarom dat het belangrijk is dat je als trainer-coach in deze eerste weken je verwachtingen uitspreekt, alvast enkele afspraken maakt met het team en samen doelen stelt. En dat je het team de gelegenheid geeft elkaar snel op persoonlijk vlak beter te leren kennen.
Ieder team is anders. Naast het opvolgen van de algemene adviezen hierboven beschreven, is het daarom van belang snel een beeld te krijgen van de dynamiek in deze specifieke groep. Bijvoorbeeld: hoe reageren spelers op elkaar, hoe is hun onderlinge communicatie? Zijn er subgroepjes, durven spelers zich uit te spreken en elkaar feedback te geven? Door dit vroeg in het seizoen in de gaten te hebben, kan je hier snel op inspelen en problemen later in het seizoen voorkomen.
Dit beeld vorm je door individuele gesprekken te voeren met spelers en ze naar hun ervaringen tot dusver te vragen. Verder is het waardevol het groepsgedrag goed observeren en/of een (anonieme) vragenlijst afnemen binnen het team. Stel dat je er in deze fase achter komt dat sommige spelers het lastig vinden om zich uit te spreken, kan je ze hierbij helpen door voor of na iedere training een kort rondje te doen, waarin iedereen iets zegt. Stel bijvoorbeeld voorafgaand aan een training de vraag: ‘hoe is het met ieders energie?’, of: ‘waar wil je vandaag graag beter in worden?’ Of vraag na afloop: ‘wat vond je van deze training?’.
Merk je dat er subgroepjes in het team zijn, kan je die doorbreken door de spelers in steeds wisselende samenstelling trainingsoefeningen te laten uitvoeren. En ondervind je dat het team in oefenwedstrijden goed communiceert als het goed gaat, maar stopt met communiceren of juist door elkaar gaat roepen zodra het tegenzit, kan je hierover met elkaar gerichte afspraken maken en deze vervolgens samen oefenen.
Samengevat: in de eerste weken van het nieuwe seizoen doe je er als trainer-coach goed aan de voldoende duidelijkheid te bieden aan het team, je spelers te helpen elkaar beter te leren kennen én de groepsdynamiek in kaart te brengen. Hiermee start je het seizoen niet alleen op technisch, tactisch en fysiek vlak goed, maar voorkom je gedoe en creëer je een omgeving die ervoor gaat zorgen dat het team echt goed gaat presteren.
Marjolein Torenbeek is Sportpsycholoog VSPN® en houdt zich bezig met teamontwikkeling in de sport: teams in de (sub)topsport helpen beter samen te werken en communiceren, met als doel het creëren van synergie en betere teamprestaties. Ze geeft regelmatig (online) trainingen aan trainers-coaches die graag zelf met de teamdynamiek aan de slag willen. Ze is auteur van het boek SYNERGIE. Meer informatie: www.succesvollesportteams.nl