Veel sportteams en groepen sporters binnen RTC’s (denk aan sportklimmen, judo en turnen), hebben een handvol experts om zich heen. Dit begeleidingsteam bestaat vaak uit enkele coaches, een fysiotherapeut, een sportpsycholoog, een fysiektrainer en/of een teammanager. Alle aandacht en energie van dit begeleidingsteam gaat (uiteraard, zul je misschien denken) uit naar de groep sporters. Met de gedachte: ‘Full focus op de groep, zodat zij optimaal kunnen presteren.’
Maar je staat er misschien niet bij stil dat de prestaties van het sportteam óók afhangen van de van de dynamiek en de samenwerking binnen het begeleidingsteam. Heb je hoge verwachtingen van je sporters, dan moet je ook hoge verwachtingen hebben van de staf. Als je wilt dat de sporters als eenheid boven zichzelf uitstijgen, dan moet je dat als begeleidingsteam ook doen.
Hier is vaak maar weinig oog voor. Sterker nog, er gaan vaak allerlei dingen mis. Een voorbeeld uit de praktijk: een van de assistent-coaches voelt zich niet gehoord en gezien door de andere leden van het begeleidingsteam. Hij begint in het bijzijn van sporters grapjes te maken over de anderen. Dit zaait verwarring en leidt tot ruis binnen het sportteam, waar teamprestaties onder gaan lijden.
Een ander voorbeeld: de coach en de fysiotherapeut zijn het niet eens over een licht geblesseerde speelster. De coach heeft haar nodig en wil haar opstellen, de fysiotherapeut geeft haar liever nog een week rust. Omdat niet helder is wiens rol het is om hierover te beslissen, zeggen beiden iets anders tegen de speelster. Dit zorgt voor onduidelijkheid bij haar en ook bij haar vervanger, die staat te springen om speelminuten.
Een laatste voorbeeld: het team en het begeleidingsteam hebben samen afspraken gemaakt, onder andere over op tijd komen. De fysiektrainer is vaak precies op tijd, of net iets te laat. De coach spreekt hem er niet op aan. De sporters zien dat, waarna enkele van hen hetzelfde gedrag gaan vertonen. Er ontstaan ergernissen tussen de teamleden, maar naar het voorbeeld van de coach roepen ze elkaar niet tot verantwoording.
Het maakt niet uit wie er in het team zitten, maar vooral hoe de teamleden met elkaar samenwerken
Google onderzocht een aantal jaren geleden wat zeer goed presterende teams onderscheidt van gemiddelde teams. Een belangrijke conclusie uit dat onderzoek: het maakt niet uit wie er in het team zitten, maar vooral hoe de teamleden met elkaar samenwerken. Uit dit onderzoek blijkt dat de excellerende teams de volgende vijf dingen met elkaar gemeen hebben:
In dit blog zoom ik in op structuur en helderheid. Want hoe eerder in het seizoen je structuur en helderheid weet te realiseren, hoe beter. Het formuleren van een gezamenlijk doel als begeleidingsteam, weten wat ieders rol hierin is (en wat niet), en wat jullie hierin precies van elkaar verwachten is essentieel. Een sterk begeleidingsteam ontwikkel je dan ook door hier expliciet aandacht aan te besteden. Het liefst zo vroeg mogelijk, om hier een heel seizoen van te profiteren.
Wanneer je doelen, rollen en verwachtingen helder uitspreekt en vastlegt binnen je begeleidingsteam, ontstaat er minder ruis. Tijd en energie gaan niet verloren aan onzekerheid, onduidelijkheid, taken die niet worden opgepakt en taken die juist dubbel worden opgepakt.
Wanneer je dit proces gezamenlijk, dus met het hele begeleidingsteam doorloopt, neem je verschillende ervaringen en invalshoeken mee. Dit kost misschien meer tijd dan wanneer je dit als hoofdcoach alleen zou bepalen, maar het eindresultaat wordt beter. Ook creëer je hiermee draagvlak binnen het begeleidingsteam.
Ten slotte is het belangrijk de voortgang regelmatig met elkaar te evalueren. Zo’n tussenevaluatie plan je in na bijvoorbeeld zes weken. Want hoe mooi de plannen ook zijn, je merkt altijd dat de praktijk weerbarstig is, en dat niet alles loopt zoals had verwacht of gehoopt. Door tijdig te evalueren, kan je de samenwerking binnen de staf verder optimaliseren.
Marjolein Torenbeek is Sportpsycholoog VSPN®. Ze houdt zich bezig met teamontwikkeling in de sport: teams helpen beter samen te werken en communiceren, voor meer synergie en betere teamprestaties. Ook begeleidt ze sporters in hun persoonlijke ontwikkeling en het leren omgaan met wedstrijddruk.