Zes tips om het seizoen met je team goed te starten

Eindelijk is het dan zover: de Olympische Spelen zijn begonnen. Terwijl je de verschillende Nederlandse sporters en teams in actie ziet, is het slim om alvast na te denken over hoe je met jouw sporters het nieuwe seizoen wil gaat starten. Ook al weten we nog niet precies hoe dat er straks gaat uitzien (i.v.m. Corona-maatregelen), waar je als coach wel controle over hebt, is jouw team een goede start geven.

Vijf fasen in de ontwikkeling van je team

Het teamontwikkelingsmodel van Tuckman geeft hiervoor een aantal handvatten. Volgens dit model kunnen we in de ontwikkeling van teams vijf fasen onderscheiden. In de forming fase wordt het team gevormd. Het kan zijn dat je team volledig vernieuwd is, of dat er enkele wijzigingen in de samenstelling hebben plaatsgevonden. In deze fase stellen teamleden zich over het algemeen afwachtend op. Ze laten nog niet het achterste van hun tong zien. In de storming fase leren de sporters elkaar beter kennen. Er ontstaan spanningen tussen teamleden, die zich uiten in conflicten. Deze conflicten zijn nodig om als team te kunnen groeien.

In de volgende fase, norming, komen teamleden nader tot elkaar. Het team gaat op zoek naar oplossingen voor de spanningen en conflicten uit de vorige fase, door het maken van afspraken. Wanneer dit goed verloopt, komt het team volgens dit model terecht in de volgende fase: performing. Hier aanbeland, kan het team alle aandacht en energie richten op het gezamenlijk presteren. De laatste fase is adjourning. Dit is de fase waarin het team uiteenvalt. Het seizoen is afgelopen en de betrokkenheid tussen de teamleden neemt af. Sommige teams zullen letterlijk afscheid van elkaar nemen, terwijl andere teams tijdelijk afstand nemen, omdat ze in het volgende seizoen opnieuw een team zullen vormen.

Soepel door de forming fase

Om met je team zo snel mogelijk in de fase te komen, waarin al ‘het gedoe’ achter de rug is en het team kan focussen op gezamenlijk beter worden en presteren (de performing fase), is het belangrijk de eerste drie fasen goed met elkaar te doorlopen. Een aantal tips voor de forming fase:

  1. In de eerste fase zijn de teamleden nog onzeker omdat ze elkaar nog niet (goed) kennen en/of niet weten wat ze kunnen verwachten. Je helpt ze door deze fase heen door ze de gelegenheid te bieden elkaar beter te leren kennen. Dit kan je doen door ze tijdens de trainingen telkens een oefening te laten uitvoeren met iemand anders. Hiernaast kan je met het team een activiteit ondernemen buiten de trainingen om, zoals een kookworkshop of een barbecue. Let op: zo’n uitje leidt er niet per definitie toe dat teamleden elkaar beter leren kennen. De kans bestaat dat er eilandjes ontstaan. Geef ze daarom een opdracht waarmee ze in gesprek gaan met teamleden die ze nog niet zo goed kennen.
  2. Verder help je ze door de forming fase heen door ze alvast duidelijkheid te geven over een aantal onderwerpen. Spreek bijvoorbeeld in een vroeg stadium uit wat je van je sporters verwacht ten aanzien van gedrag in de trainingen, de manier van samenwerken en de omgang met materialen.

Help je team conflicten aan te gaan

Nadat teamleden elkaar wat beter hebben leren kennen en je je verwachtingen hebt uitgesproken, zullen teamleden zich langzamerhand meer blootgeven. Het team komt in de volgende fase terecht: de storming fase. Dit betekent dat wrijving en conflicten zullen ontstaan. Een aantal tips:

  1. Realiseer je dat stevige discussies en conflicten noodzakelijk zijn voor het team om zich te ontwikkelen. Vertel dit ook aan je sporters en geef conflicten de ruimte. Indien nodig help je je sporters wanneer ze lastig vinden om hun mening te geven of een ander op een constructieve manier aan te spreken.
  2. Uiteraard geef je hierin het goede voorbeeld. Want wanneer je sporters zien dat jij conflicten op een constructieve manier aangaat, zullen ze dit zelf ook sneller doen.

Effectief door de norming fase

Als het goed is, nemen de spanningen en conflicten na verloop van tijd af. De onderwerpen waarover conflicten zijn ontstaan bieden aanknopingspunten om met elkaar te maken over te maken. Een aantal tips voor de norming fase:

  1. Creëer zoveel mogelijk duidelijkheid voor je sporters. Maak afspraken over teamdoelen en individuele doelen, bepaal rollen en kernwaarden.
  2. Betrek je sporters in het opstellen van de doelen, rollen en waarden. Hiermee verhoog je het draagvlak binnen je team aanzienlijk.
  3. Zorg dat je de afspraken levend houdt. Gebruik de waarden bijvoorbeeld bij het nemen van al je beslissingen. Stel; een belangrijke waarde van het team is plezier. Dan is het logisch om alle teamleden ongeveer evenveel speelminuten te geven, en niet om alleen de beste spelers op te stellen.

Wanneer je de eerste drie fasen met je team hebt doorlopen, heb je al veel bereikt. Teamleden hebben elkaar op allerlei vlakken leren kennen, er zijn conflicten geweest en jullie hebben gezamenlijk doelen, rollen, normen en teamwaarden bepaald. Als het goed is, brengt dit de nodige rust. Jij en je team kunnen je volledig concentreren op samen plezier hebben, samen beter worden en samen presteren: de performing fase.

Uiteraard loopt de ontwikkeling van een team nooit zo lineair als het model van Tuckman voorstelt. Maar het model helpt wel om te begrijpen wat er zoal voor nodig is, om als team goed met elkaar te kunnen samenwerken. Het geeft jou als coach handvatten om de ontwikkeling van je team in goede banen te leiden. Waar ga jij na de zomer mee beginnen?

Marjolein Torenbeek is Sportpsycholoog VSPN®. Ze houdt zich bezig met teamontwikkeling in de sport: teams helpen beter samen te werken en communiceren, voor meer synergie en betere teamprestaties. Ook begeleidt ze sporters in hun persoonlijke ontwikkeling en het leren omgaan met wedstrijddruk.