Sarina Wiegman is gisteravond bij het gala van de voetbalbond FIFA gekozen tot beste coach van het jaar. Ze won deze eretitel voor de derde keer. NLCOACH sprak haar september vorig jaar voor het vakblad. Wat is er zo speciaal aan haar aanpak? Laat je inspireren door de elf lessen die coaches van haar kunnen leren.
Dit artikel komt uit een uitgave van NLCOACH september 2022.
Ze kreeg afgelopen zomer alle Engelse handen op elkaar. Na de Europese voetbaltitel voor de vrouwen van Engeland werd Sarina Wiegman op het schild gehesen. Zoals haar dat al eerder in 2017, als coach van de OranjeLeeuwinnen, was gebeurd. Wat is er toch zo speciaal aan de aanpak van Wiegman, de eerste coach die met twee verschillende landen Europees kampioen werd? Zie hier de elf lessen die coaches kunnen leren van Sarina Wiegman.
Het was een typisch Wiegman-tafereeltje, na de EK-finale waarin Engeland na verlenging met Duitsland afrekende (2-1). Nadat de speelsters in polonaise over het veld waren getrokken, zocht Wiegman haar staf bijeen. Van assistent-coaches tot, letterlijk, waterdragers. Iedereen en alles werd verzameld. Er volgde, daarvoor was het wat te lawaaierig, geen uitgebreide analyse, maar Wiegman wilde per se met iedereen én de beker op de foto. Zodat iedereen ook die herinnering deelde, iedereen er later een tastbaar bewijs van op de schoorsteenmantel neer kon zetten. Een coach die zo met haar mensen omgaat, loopt niet alleen veel minder het risico dat er aan de stoelpoten wordt gezaagd, maar maakt bovenal vrienden voor het leven.
Wiegman – eind augustus door de UEFA uitgeroepen tot Coach van het Jaar – omringt zich met mensen die ze kent, die ze vertrouwt en die haar aanvullen. Vandaar ook dat Arjan Veurink meeging als assistent naar Engeland en ook teammanager Anja van Ginhoven, oud-KNVB, de transfer naar Engeland maakte. Omdat ze haar stafleden vertrouwt, kan ze trouwens ook goed delegeren. Ze weet exact waar iedereen mee bezig is, maar geeft iedereen ook zijn eigen verantwoordelijkheid. En benadrukt dat elke schakel in het team, of je nu wel of geen voetbalschoenen draagt, belangrijk is.
Foppe de Haan, assistent van Wiegman bij de Leeuwinnen, benadrukte het tijdens het EK nog maar eens: zelden zag hij een collega die bij wijze van spreken de macht zo makkelijk deelt. De Haan, in Trouw: “Ze kan goed samenwerken. Ze geeft de mensen om haar heen de ruimte. En, heel belangrijk: ze kan goed luisteren. Ze gaat met iemand zitten om te luisteren en ervan te leren.”
Het wordt vaak onderschat, maar sportieve resultaten worden voor een groot deel bereikt in de uren dat je niet op het veld staat. Tuurlijk, training is belangrijk. Maar minstens zo belangrijk is de verstandhouding tussen spelers onderling. Dat geldt in de competitie, maar bovenal tijdens een toernooi. Als je een maand lang met elkaar in een hotel zit, is er al snel kans op ergernissen. De onderlinge verhoudingen bepalen of het sportief gaat lukken. Welnu, dat weet Wiegman te managen. Wiegman, in 2017: “Als iedereen honderd procent akkoord is om de rol die zij binnen het team heeft te accepteren, en iedereen ook echt alles wat dwarszit kan uitspreken, is er sprake van de solidariteit die nodig is om in de winningmood te komen. Dan kun je een topprestatie leveren.”
Wiegman zorgde ervoor dat de Leeuwinnen elkaar beter kenden. Door en door zelfs. “Het is van het grootste belang dat je elkaar zo goed mogelijk kent. Dat je weet hoe je teammaatje als voetballer denkt, maar ook wat haar karakter is. Je moet elkaar eerst accepteren, respecteren, Zo krijg je vertrouwen in elkaar en kun je ook kritiek op elkaar geven.” In Engeland herhaalde ze het. Het eerste dat ze deed toen ze de speelsters bijeen had? Ze vroeg ze in een informele setting uitgebreid over zichzelf te vertellen, niet over voetbal, maar over hun achtergrond en afkomst.
Mary Kok-Willemsen, voormalig trainer en tegenwoordig werkzaam voor de FIFA, zag dat Wiegman als geen ander “een hecht team weet te smeden. Ze maakt ego’s ondergeschikt aan het teambelang.” Dat deed ze al bij de Leeuwinnen, dat lukte haar bij Engeland – waar een aantal vrouwen op basis van de historie standaard op een basisplaats rekenden – nog beter.
Luister nog eens terug naar de interviews van haar speelsters tijdens het toernooi, luister terug naar de Leeuwinnen van 2017. Het woordje ik valt maar weinig, het gaat meestal over wij. Over het team. Wiegman is er een ster in om van een selectie ook een echt een team te maken, ze hamert er ook bij anderen op dat het geheel groter is dan de som der delen. Judith Puge, op de managerswebsite Pure Resourcing Solutions: “Het draaide om teamsucces, om commitment van het team, om gemeenschappelijke doelen. Als je je ambities waar wilt maken, moet je anderen ervan kunnen overtuigen om er samen voor te gaan. Maak goede afspraken en manage de verwachtingen, dat werkt als de lijm die alles bij elkaar houdt. Leiderschap gaat niet over één persoon, dat gaat over het hele team.”
Tuurlijk wist ook Wiegman dat Engeland voor het laatst in 1966 een groot toernooi had gewonnen, en dat die vergelijking de hele tijd zou worden gemaakt. Maar zelf is ze niet zo van het verleden. Zelden refereert ze aan duels die geweest zijn, vrijwel altijd kijkt ze vooruit. Ze wil, zoals ze het zelf noemt, ‘in het nu zijn’. In het AD: “Ik denk dat dat nodig is. Je moet leren van het verleden om beter te worden, maar het heeft geen zin om er telkens over te praten. Waarom de hele tijd terugkijken?”
Waar haar opvolger bij de Leeuwinnen, Mark Parsons, een spelidee heeft en spelers tijdens het EK in dat harnas perste, redeneert Wiegman andersom. Je staat op de plek waar je het beste tot je recht komt. En is er ééntje beter, dan speel je dus niet. Dan ben je de eerst aangewezene om in te vallen, maar wordt er niet een ander plekje binnen de lijnen voor je gecreëerd. Wiegman bracht voetbal mee, moesten de Engelsen erkennen. Tot haar komst ging het bij de Lionesses vooral over het fysieke aspect, over fitheid. International Beth Mead: “Sarina bracht een aanpak mee van: gewoon voetballen, meer spelen. In plaats van al dat fysieke. Dat is wat we misten. Onze groep was competitief genoeg, iedereen werkt hard en het is als individu je taak om te zorgen dat je fit bent. Dit is ook veel leuker. Je wilt als profvoetballer voetballen, geen fitnesstests doen.”
Tijdens het EK kwamen de speelsters van Engeland er telkens op terug: ze vonden het zo fijn dat ze, hoewel het EK in eigen land was, zonder al te veel stress en druk konden spelen. Wiegman had die bij ze weggenomen, verklaarden ze. Door ze scenario’s te schetsen van wat er tijdens het EK zou gaan gebeuren, of kon gebeuren. Dat was niet iets om je druk over te maken, het ging hoe dan ook gebeuren. “Alles zat al in hun hoofd.” Een simpel trucje, maar o zo knap uitgevoerd. Nooit was er – althans zo oordeelden wij allen vanaf een afstandje – paniek in Engelse ogen, Wiegman had het allemaal in de hand. “Ik kan me heel druk maken, maar ik doe gewoon mijn stinkende best en zorg dat ik zo goed mogelijk voorbereid ben. Dat kan lukken, of niet. Zo simpel is het.”
Wiegman zelf voelt zich er prettig bij: duidelijkheid. En ze weet dat iedereen gebaat is bij een helder verhaal. Ook als dat soms wat hard overkomt. Ze draait er dus nooit omheen. “Eén ding ga ik nooit veranderen en dat is mijn directe communicatie. Eerlijk en open. Zo heb ik het altijd gedaan. Dat was de eerste weken in Engeland ook wel grappig. Ik zei tijdens een van de eerste bijeenkomsten met de speelsters: ‘We spelen zonder sieraden en we dragen dezelfde sokken op training.’ Daar moesten de speelsters wel om lachen, maar het werd gelijk geregeld. Ze zeiden: ‘We zijn wel blij met duidelijkheid.’”
Verdediger Millie Bright hield een lofzang op Wiegman na de finale. “Ze is een van de aardigste mensen die ik ken, maar bovendien een van de beste managers. Ze is zo vastberaden. Ze weet wat ze wil, ze weet hoe ze het wil bereiken. En ze weet hoe ze het beste uit anderen moet halen. Ze geeft ons het vertrouwen. We mogen fouten maken, als we maar alles geven.”
Analist en oud-teamgenoot Anouk Hoogendijk bij de BBC: “Soms is het niet zo leuk wat ze je vertelt, dat andere spelers beter zijn dan jij. Maar je weet wel wat je kan verwachten. Je krijgt geen valse hoop van haar, en dat is goed.”
Neem haar wissels. Je kon er de klok op gelijk zetten. De een noemt het een gebrek aan creativiteit, dat je (vrijwel) altijd dezelfde spelers eruit haalt, en ook telkens dezelfde poppetjes inbrengt. Maar zelfs de angst dat tegenstanders zich daarop voorbereiden, verhindert niet dat Wiegman geregeld dezelfde tactiek toepast. Die is duidelijk. Voor degene die gewisseld gaat worden. Geen zure gezichten van die kant. Voor degene die erin komt. Zij weet exact wat van haar verwacht wordt, kan zich daar al dagen op voorbereiden. En ook voor de spelers die blijven staan is het helder. Er komen nieuwe gezichten in, maar de strijdwijze is en blijft duidelijk. Die rust straalde van het Engelse elftal af, al moet gezegd worden dat het team ten opzichte van sommige tegenstanders ook wel zoveel beter was, dat het eerder wissels waren om iedereen fris en scherp te houden dan dat de wedstrijd daarom vroeg.
Tuurlijk, als geen ander is Wiegman zich bewust dat er verschillen zijn tussen het mannen- en vrouwenvoetbal, daar maakt ze ook geen geheim van. Maar op de een of andere handige manier weet ze het zo te regelen dat er bij de bond waar ze voor werkt – terwijl er decennialang een kloof was – in razendsnel tempo wordt gewerkt aan het dichten van dat gat. Wiegman had in Zeist direct na haar aanstelling veel contact met haar mannelijke evenknieën, eerst Danny Blind en later Ronald Koeman. Was er de gelegenheid om Louis van Gaal uit te nodigen voor een praatje, dan bleef die kans niet onbenut. Foppe de Haan schoof aan, al vond Wiegman dat wel ongemakkelijk. “Ik vond het aanvankelijk wel raar om hem assistent te noemen. Maar ik begreep dat Foppe het zelf geen probleem vond. ‘Dat ben ik toch’, zei hij erover.” In Engeland kreeg Wiegman hetzelfde voor elkaar. Volgens The Telegraph werden Wiegman en mannencoach Gareth Southgate binnen de kortste keren goede vrienden. Ze belden veel, mede omdat ze dezelfde ideeën over voetbal zouden hebben. Southgate maakte Wiegman wegwijs op het trainingscomplex van de Football Association, St. George’s Park. Wiegman informeerde bij haar collega vooral hoe hij en zijn selectie omgingen met een toernooi op eigen bodem.
Ja, dat is ze. Als je haar uit de tent probeert te lokken met een grapje, hapt ze niet. Of pareert ze precies op de juiste manier. Eerder is ze zelf degene die met een bijna te nuchtere opmerking het ijs breekt. De Engelse media, toch niet bepaald mals, waren verrast over de manier waarop Wiegman zich manoeuvreerde door het landschap. Ze leek nota bene zelfs de Engelse humor onder de knie te hebben gekregen. De Haan: “Sarina kan wel wat hebben, zoals je zag met al die Engelse journalisten. Ze is heel stabiel.”
Ook langs de lijn is ze de rust zelve. Meestal. “Als je niet rustig bent, kun je niet de juiste keuzes maken en hou je het overzicht niet.” Het is natuurlijk niet erg om zo nu en dan verbaal te coachen of armgebaren te gebruiken. Maar het verliest zijn effect als je het continu doet. Dat weet Wiegman, dat weten haar speelsters. Als de coach langs de kant staat en zich doet gelden, dan is het menens. Voor iedereen.
Het was ontwapenend. Half maart 2017 toonde Sarina Wiegman zich, in een strandtent op Kijkduin, oprecht vereerd dat ze voor een groot, lang interview in NLCOACH was gevraagd. Tuurlijk, ze was de bondscoach van Nederland en het EK in eigen land diende zich aan, maar zo vaak was Wiegman nog niet gevraagd voor een dergelijk gesprek. En dat ze haar verhaal mocht doen in een blad voor collega-coaches vond ze écht leuk. Die houding is in vijf jaar eigenlijk nauwelijks veranderd. Wiegman lijkt alles nog steeds als leuk te ervaren, hoewel ze ondertussen al honderden keren is geïnterviewd. Dat heeft haar nauwelijks doen veranderen. Zoals ze ook niet wil dat haar relatie met speelsters verandert doordat ze een andere functie heeft. Speelsters mogen gewoon Sarina tegen haar zeggen, legde ze in 2017 al uit. In Engeland was dat, getuige ook de manier waarop ze mee werd genomen in de feestvreugde door haar pupillen, niet anders. “Ik ben nog steeds Sarina, dat zal ik altijd blijven. Als ze coach tegen me willen zeggen, of me met u willen aanspreken, ik vind het oké. Maar ik wil in ieder geval niet dat er een drempel is. Ik wil dat iedere speelster me zonder schroom kan benaderen en weet dat ze alles met me kan bespreken. Als er gewoon wederzijds respect is, weten ze ook wel dat ik de baas ben. Daarvoor hoeven ze me niet per se trainer te noemen. Ik ben gewoon Sarina.”
Bescheidenheid is troef bij Wiegman. Absoluut. En dat terwijl ze nota bene niet alleen een Cruyff Court in haar woonplaats Monster kreeg, maar ook een bronzen beeld van haarzelf in de tuin van het KNVB-complex in Zeist. Wiegman ging er schoorvoetend mee akkoord. Zelf zat ze er niet om te springen, maar voor de uitstraling van het vrouwenvoetbal vond ze het een goede beslissing. Collega-trainer en vriend Alex Scholte benadrukte het in het AD nog maar eens. “Soms zeg ik tegen haar dat ze zichzelf ook weleens iets meer op de borst mag kloppen. Maar het gaat haar om de prestatie en de speelster. Waar ze vooral voor staat: de rol die het vrouwenvoetbal heeft. Dat is voor haar belangrijker dan haar eigen rol.”
Nee, Sarina Wiegman is niet op haar mondje gevallen. Maar als ze even geen zin heeft om zich ergens over uit te laten, weet ze zich daar handig uit te kletsen. Over de situatie rondom de aanvankelijke parttime aanstelling van Mark Parsons had Wiegman zich wel uitgelaten (“Ik vind dat pijnlijk”), maar later bemoeide ze zich niet meer met de tegenvallende resultaten. Omdat ze “er te ver vandaan stond om een oordeel te vellen”. Slim natuurlijk. Zo ook mengde ze zich niet in de discussie of ze geschikt is om een mannenteam te coachen. In aanloop naar de finale doken overal analyses op, vooral met vrouwelijke voetbalvolgers, die haar wel in die functie zagen. “Maar ik heb hier een contract, ik hoef daar nu niet over na te denken”, praatte Wiegman typische voetbaltaal.
Jan van Halst, analist en oud-voetballer, sprak zich in Trouw uit voor een functie van Wiegman in het mannenvoetbal. Hij weet dat “het oude denken ons nog tegenhoudt”. Maar ziet Wiegman op termijn wel langs de lijn in de eredivisie staan. “Zoiets zal weerstand oproepen, maar ik geloof niet dat Sarina daar nou zo van onder de indruk is Daar heeft ze maling aan.”