Zo gebruiken coaches het Athletic Skills Model

Over herhaling zonder herhaling, het alfabet van bewegen en donorsporten

Het Athletic Skills Model (ASM) draait om veelzijdig bewegen. Ruim 5.000 trainers en coaches hebben inmiddels de opleiding van het ASM gevolgd en passen de visie toe in de praktijk. Maar hoe doen ze dat? En wat zijn hun ervaringen? We vroegen het aan badmintoncoach Rik Hermans en performance- en basketbalcoach Nico D’Haenen.

Badmintoncoach Rik Hermans

Limburger Rik Hermans is drie avonden per week actief als badmintontrainer bij Roosterse BC, een vereniging die uitkomt in de eredivisie van het Nederlandse badminton. Daarnaast werkt hij als sportconsulent bij de Stichting Heerlen Beweegt. Vanuit die organisatie is hij betrokken bij het beweegbeleid en de naschoolse opvang van een basisschool in Hoensbroek.

In beide rollen past Hermans, die zijn ASM Advanced-opleiding in 2024 volgde, het ASM toe. “Het Athletic Skills Model trok enkele jaren geleden mijn aandacht. Toen mijn werkgever aangaf dat er ruimte was voor een opleiding, heb ik me meteen ingeschreven. Ik hoorde positieve verhalen van eerdere deelnemers en was direct enthousiast. Ik ben altijd geïnteresseerd geweest in een vernieuwende kijk op zaken, in plaats van vast te houden aan het oude. Dat spreekt me erg aan in het ASM.”

Bewust bekwaam

Hermans, die eerder in Noorwegen werkte als coach, roemt de praktische toepasbaarheid van de opleiding en het enthousiasme van de docenten. Hij geeft aan dat de opleiding hem bevestiging gaf van zijn aanpak. Daarnaast kan hij methodes, zoals de Schijf van 10!, nu bewuster inzetten. “Ik denk dat ik eerst in de fase zat van onbewust bekwaam. Door alle theoretische kennis en praktijkvoorbeelden is dat verschoven naar bewust bekwaam. Ik kan nu bewuster en gestructureerder hoofdthema’s en grondvormen van bewegen terug laten komen. Dat is fijn werken.”

Impliciet leren

Impliciet leren is een belangrijk onderdeel van het ASM. Hoe past Hermans dit toe? “Ik verzin bijvoorbeeld een warming-up waarin de grondvormen stoeien en vechten terugkomen. De kinderen hebben dan niet door wat ze aan het oefenen zijn, maar vinden het wel leuk en worden uitgedaagd om oplossingen te vinden.”

In zijn trainingen voegt hij ook variaties toe, zoals het sneller maken van de shuttle of door leerlingen met verschillende rackets en ballen te laten spelen. “Ze gaan dan zelf oplossingen bedenken om de oefening te laten slagen. Dat bevordert hun probleemoplossend vermogen en creativiteit, waardoor ze zich breder ontwikkelen.”

Het belang van veelzijdig bewegen

Als jeugdcoördinator bij Roosterse BC benadrukt Hermans binnen de vereniging het belang van veelzijdig bewegen. Dit doet hij onder andere door trainings- en wedstrijdschema’s af te stemmen op andere sporten, zodat kinderen daadwerkelijk in staat worden gesteld zoveel mogelijk sporten uit te voeren. Ook adviseert hij andere trainers over het inzetten van veelzijdige spelvormen. Hoewel hij het nog te vroeg vindt om resultaten te meten, is het ASM voor hem niet meer weg te denken in zijn werk. “Ik wil de komende periode ervaring opdoen met de implementatie van het ASM. Hopelijk krijgen we in Limburg een ASM-locatie. Het zou geweldig zijn als ik daar mijn steentje aan kan bijdragen.”

Nico D’Haenen: een coach met een missie

De Belgische performancecoach Nico D’Haenen brengt twintig jaar ervaring met zich mee. Hij heeft een achtergrond in het (elite) basketbal en was trainer van nationale teams op de Filipijnen. “Ik houd me niet alleen bezig met atletische ontwikkeling maar ik onderwijs aanpassingsvermogen”, vertelt hij. “Vanaf het moment dat ik in aanraking kwam met het ASM viel mijn coachingsfilosofie volledig op zijn plaats.”

Begin 2024 rondde hij de ASM Advanced-opleiding af in Almere. Hij startte met die opleiding vanwege zijn toenemende bezorgdheid over de achteruitgang in motorische competentie bij kinderen en de beperkingen via traditionele, sport-specifieke trainingsmodellen.

“Bewegen, en vooral veelzijdig bewegen, heeft ongekende voordelen. Denk alleen al aan het verbeteren van cognitieve vaardigheden en concentratievermogen bij kinderen. Ik blijf het vreemd vinden dat het beweegaanbod op scholen zo beperkt is. We leren kinderen toch ook het alfabet? Wat mij betreft moeten we ze ook het ‘alfabet van bewegen’ leren.”

Aanpassingsvermogen

De coachingsreis van D’Haenen begon binnen de traditionele kracht- en conditietraining. Hij zag de voordelen van fysieke output (zwaardere gewichten, snellere tijden), maar merkte tegelijkertijd een verontrustende kloof op. “Atleten werden sterker in de fitnessruimte, maar hadden het moeilijk tijdens wedstrijden. Ik besefte dat prestaties niet alleen draaiden om kracht of herhaling: het ging om aanpassingsvermogen.”

Die constatering bracht hem ertoe om zich te verdiepen in ecologische dynamica, motorisch leren en uiteindelijk het ASM. “De aanpak van het ASM sluit perfect aan bij mijn veranderde visie: atleten hebben niet alleen drills nodig. Ze hebben een omgeving nodig die hun waarneming, besluitvorming en coördinatie voortdurend uitdagen.”

Die omgevingen creëert hij door andere sporten te gebruiken. Zo laat hij zijn basketbalpupillen parkour (een loopdiscipline waarbij deelnemers zo vloeiend en snel mogelijk hindernissen overwinnen, red.) beoefenen en zijn voetbalspelers zaalvoetbal. “Deze activiteiten dienen als donorsporten. Het zorgt ervoor dat overdraagbare vaardigheden, zoals ruimtelijk inzicht, reactievermogen en balans, versterkt worden. Parkour leert atleten bijvoorbeeld hoe ze veilig landen, snel van richting veranderen en soepel bewegen onder druk. Dat zijn geen trucjes, maar essentiële vaardigheden voor blessurepreventie en prestaties in basketbal of voetbal.”

Het voorbeeld van D’Haenen weerspiegelt een kernprincipe van het ASM: ontwikkelen vanuit een brede en veelzijdige basis. Juist door atleten veelzijdig te ontwikkelen halen ze op latere leeftijd een beter niveau bij specifieke sportvaardigheden en minder kans op blessures.

Herhaling zonder herhaling

Een van de belangrijkste principes van D’Haenen is wat hij noemt: ‘herhaling zonder herhaling’. De Belg laat zijn spelers nooit dezelfde oefening doen. “In plaats van geprogrammeerde of voorspelbare herhalingen veranderen we de taak, de ruimte en het materiaal. Zelfs de regels passen we aan. Soms wikkel ik plastic rondom een basketbal. Daarmee wil ik het gevoel en de grip veranderen. Ik wil dat mijn pupillen zich aanpassen en niet slechts uitvoeren. Uiteindelijk wordt beweging niet opgeslagen en vervolgens opgeroepen als een bestand. Het ontstaat in het moment, dus probeer ik de trainingen ook zodanig in te richten.”

ASM Groeispurtberekening

Nico is ook voorstander van de ASM Groeispurtberekening, die een schatting maakt van de biologische leeftijd van een kind in plaats van alleen naar de kalenderleeftijd te kijken. “Een 14-jarige die achterloopt in snelheid of coördinatie, zit misschien midden in een groeispurt of is biologisch gezien jonger. Als we dan te vroeg of zonder context oordelen, lopen we het risico om het potentieel op lange termijn over het hoofd te zien.”

Toekomst

Voor D’Haenen is het ASM meer dan een model: het is een mindset. “We ontwikkelen niet alleen atleten. We ontwikkelen zelfverzekerde bewegers, kritische denkers en veerkrachtige mensen. Beweging is een basis voor het leven, niet alleen voor sport.’

“Ik droom van een wereld waarin scholen bewegingsgeletterdheid even belangrijk maken als lezen en rekenen. Daarnaast hoop ik dat coaches niet alleen meer focussen op vaardigheden, maar op een holistische, duurzamere wijze aan het werk gaan.”

“Het ASM gaf me de taal en structuur om te doen wat altijd al geloofde. Als we dat op grote schaal toepassen dan is the sky the limit.”