Vijftien spelers en een hoofdcoach uit Nederland, twee spelers uit Polen, twee spelers uit Spanje en een Belgische assistent-coach. Herkenbaar? Veel selecties in de hoogste divisies bestaan uit spelers (en coaches) die in verschillende landen, en daarmee verschillende culturen, zijn opgegroeid.
Om als team goed te presteren, is het belangrijk om een eenheid te vormen. Hiervoor is het nodig dat alle teamleden (inclusief de staf) elkaar leren kennen, begrijpen en accepteren. Met verschillende culturele achtergronden kan dat een flinke uitdaging zijn. Onze eigen manier van doen en reageren ervaren we als normaal. Gedrag van teamgenoten dat heel anders is, kan lastig te begrijpen en accepteren zijn. We vinden de ander te direct, of juist niet open. We vinden het normaal om de coach met een vraag te onderbreken tijdens zijn instructie, of juist ‘not done’. Deze verschillen kunnen zorgen voor frictie, wat een goede samenwerking in de weg staat.
De Amerikaanse professor Erin Meyer ontwikkelde op basis van jarenlang onderzoek een model, waarmee je snel inzichtelijk krijgt op welke manier verschillende culturen van elkaar verschillen. Het model, de Culture Map, bestaat uit acht dimensies, waarvan ik er hier twee zal bespreken.
Leiderschap
Aan de ene kan van de dimensie ‘leiderschap’ vind je culturen waarin gelijkwaardigheid belangrijk is. Dit betekent dat er weinig hiërarchie in het team is, de teamleider of coach is ‘one of the guys’. Het is oké om vragen te stellen aan de coach of het openlijk met hem oneens te zijn. Aan de andere kant van het spectrum vind je de culturen waarin hiërarchie belangrijk is. De teamleider of coach is de baas, iemand bij wie een natuurlijke afstand bestaat, degene die de beslissingen neemt.
Laten we eens kijken naar het fictieve, overwegend Nederlandse team, met de twee Poolse en twee Spaanse spelers en de Belgische assistent-coach. De Nederlandse cultuur is heel gelijkwaardig. In dit team zullen de meeste spelers en de hoofdcoach het daarom normaal vinden dat de spelers meedenken over beslissingen en gemakkelijk met de coach in gesprek gaan. De Belgische cultuur kan je precies tussen beide extremen in vinden: hiërarchischer dan de Nederlandse cultuur. De Poolse cultuur is behoorlijk hiërarchisch wanneer je deze vergelijkt met de Nederlandse cultuur. De Poolse spelers in dit team zullen dan ook moeite hebben om zich over ideeën en beslissingen uit te spreken in de groep. Ze zullen meer afstand bewaren van de staf en doen wat de coach zegt.
Evalueren – feedback geven
In sommige culturen is het gebruikelijk om feedback, ook negatieve feedback, op een directe manier te geven. En als dat toevallig zo uitkomt, gebeurt dit in de aanwezigheid van andere spelers of stafleden. Met vindt dat de feedback gaat over de taak, en niet over de persoon. In andere culturen is het gebruikelijk om negatieve feedback op een subtiele manier te geven en nooit in de groep. Directe negatieve feedback wordt ervaren als gezichtsverlies en dat probeert men in deze culturen van beide kanten liever te voorkomen.
De Nederlandse cultuur bevindt zich aan de ‘directe’ kant van deze dimensie. Ook in Polen en Spanje is directe feedback (hoewel iets minder sterk vergeleken met Nederland) heel gebruikelijk. In het fictieve team zal er dan ook vrij gemakkelijk openlijk feedback gegeven worden. In België ligt dit anders, de Belgische cultuur bevindt zich zo ongeveer in het midden van deze dimensie. De assistent-coach in dit team zal dan ook eerder een speler apart nemen, om hem vervolgens op een indirectere manier feedback te geven. Zelf zal hij het vervelend vinden om, helemaal waar anderen bij zijn, op een directe manier aangesproken te worden. Terwijl dit in dit team wel voor kan komen.
Nu zal je misschien denken: maar er zijn toch ook verschillen binnen culturen? Het maakt uit of je uit de randstad komt of uit een dorpje in Groningen? Of je ouders meer of minder hiërarchisch zijn ingesteld, of gewend zijn op een directe of indirecte manier feedback te geven? Dat klopt inderdaad. Mensen binnen culturen verschillen van elkaar op de acht dimensies. En ondanks dit gegeven blijkt uit het onderzoek van Erin Meyer dat culturen op deze dimensies van elkaar verschillen. Het gaat ook niet om de absolute positionering op een schaal, maar om de relatieve verhouding tussen verschillende culturen.
Als je de coach bent van een groep spelers (en stafleden) met verschillende culturele achtergronden is het de moeite waard om de Culture Map er eens bij te pakken.
Meer informatie:
Marjolein Torenbeek is Sportpsycholoog VSPN®. Ze houdt zich met haar onderneming PERFECT/10 bezig met teamontwikkeling in de sport: teams in de (sub)topsport helpen beter samen te werken en communiceren, voor meer synergie en betere teamprestaties.
Ze schreef het boek SYNERGIE dat onlangs is uitgegeven door Arko Sports Media. Dit boek geeft handvatten om in elke fase van het seizoen steeds meer een eenheid te maken van je groep sporters, waardoor het team met meer plezier de best mogelijke prestatie neer kan zetten.