Wie kent het niet? Op een dag bedenk je dat je iets wilt bereiken, iets wat je heel graag wilt, en je start vol enthousiasme. Misschien wil je 10 km kunnen hardlopen, vanaf nu twee keer per week naar de sportschool of elke week een boek lezen. De eerste dagen of weken gaat het ontzettend goed. Dan merk je dat je motivatie langzaam afneemt. Waar je eerst nog plezier beleefde aan de activiteit, voelt het steeds meer als ‘moeten’. Je stelt je doel bij (5 km hardlopen, 1 keer per week sporten of af en toe een hoofdstuk lezen, is tenslotte al heel wat), of gooit het bijltje er helemaal bij neer (laat maar zitten, gaat toch niet lukken).
Als coach herken je dit patroon vast ook bij je sporters. Aan het begin van het seizoen hebben ze prachtige ambities, waar ze gemotiveerd aan beginnen. Na verloop van tijd vermindert de motivatie. Nog voordat ze een nieuwe gewoonte ontwikkeld hebben, stoppen ze er alweer mee.
Weten hoe motivatie in het brein werkt, helpt je begrijpen waarom dit iedere keer gebeurt. Motivatie start bij een bepaalde gedachte. Een handballer kan bijvoorbeeld denken: ‘als ik nu twee keer per week krachttraining ga doen, word ik beter in de duels en dus een betere speler’. Door die gedachte maakt zijn brein het hormoon dopamine aan. Dat geeft hem een goed gevoel en hij gaat het doen. Hij schrijft zich in bij de sportschool en iedere keer als hij daar naartoe gaat, doet hij dat vanuit deze gedachte en het bijbehorende shotje dopamine. Telkens wanneer hij een krachttraining afrondt, komt er opnieuw dopamine vrij. Dit is het bevredigende gevoel dat je kan hebben na het voltooien van een activiteit. Opnieuw een goed gevoel dus en nieuwe motivatie om in diezelfde week nog een keer terug te komen. De dopamine zorgt ervoor dat dat de handballer dit gedrag gaat herhalen.
De app Ommetje, mede ontwikkeld door hersenwetenschapper Erik Scherder, maakt handig gebruik van de werking van dopamine. Telkens wanneer je een ommetje maakt, word je na afloop beloond met een aantal punten, een hersenweetje en soms een medaille of badge (inclusief motiverende geluidjes). Deze fungeren als beloning voor je brein: het geeft dopamine af. Hierdoor blijven veel mensen gemotiveerd dagelijks een wandeling te maken. Af en toe verandert er iets in het beloningssysteem in de app, waardoor mensen geprikkeld blijven.
Dopamine en motivatie: een prachtig mechanisme. Er is zit alleen een nadeel aan: de werking van dopamine neemt na verloop van tijd vaak af. Waar je aanvankelijk nog een goed gevoel kreeg van de gedachte aan de sportschool, loopt dit enthousiasme langzaam terug. Een sporter heeft een steeds grotere of een nieuwe prikkel nodig om hetzelfde gedrag te vertonen. En daarom is het voor veel activiteiten zo moeilijk om langdurig gemotiveerd te blijven.
Er wordt wel eens gezegd dat het ontwikkelen van een nieuwe gewoonte 66 dagen kost. Vaak is het effect van dopamine hiervoor niet toereikend; de motivatie is al geslonken voordat het nieuwe gedrag een gewoonte is geworden. Je zou je dus af kunnen vragen of het wel zo slim is om zoveel waarde te hechten aan motivatie.
Eerder schreef ik al dat het brein bij het afronden van een activiteit ook dopamine vrijgeeft. Hier kan je op inspelen, als je je sporters langdurig gemotiveerd wilt houden. Werken met korte termijndoelen is hiervoor uitstekend geschikt. De breinen van je sporters zullen telkens dopamine vrijgeven wanneer ze een bepaald doel halen of een ontwikkelstapje maken. Hiervoor is het nodig:
Met name het afvinken van behaalde korte termijndoelen is iets dat we nogal eens vergeten. We vinden het normaal dat sporters vooruitgaan in trainingen. Maar hoe meer ervaren ze worden in hun sport, hoe langzamer deze ontwikkeling vaak gaat. Juist dan is het belangrijk kleine stapjes inzichtelijk te maken én ze af te vinken. Hierbij komt veel dopamine vrij, wat zowel jou als je sporters motiveert om door te gaan.
In een eerder blog beschreef ik al welk type complimenten je als coach het beste kunt geven.
Marjolein Torenbeek is Sportpsycholoog VSPN®. Ze houdt zich bezig met teamontwikkeling in de sport: teams helpen beter samen te werken en communiceren, voor meer synergie en betere teamprestaties. Ook begeleidt ze sporters in hun persoonlijke ontwikkeling en het leren omgaan met wedstrijddruk.