Vijf praktische tips

1. Zorg voor een goede relatie tussen jou als coach en jouw sporters, toon interesse in wat hen bezig houdt (in de sport maar ook daarbuiten). Maak daarnaast duidelijk waar volgens jou de grenzen liggen en wat jij ziet als gewenst en ongewenst gedrag. Stimuleer het gewenste gedrag zoveel mogelijk.
2. Focus niet alleen op winnen, maar ook op het spel en de sporter zelf. Stem hier ook de (team)doelen die je met jouw sporters stelt op af. Kijk dus niet simpelweg alleen maar naar het resultaat dat jullie willen behalen, maar ook naar hoe deze doelen behaald kunnen worden en blijf openstaan voor de feedback van de sporters op dit proces.
3. Voel je weerstand bij jouw sporters? Dit is waar het interessant wordt! Stel je als coach nu vooral nieuwsgierig op, motiveer jouw sporters om te achterhalen waar die weerstand of irritatie vandaan komt om problemen op te lossen en te blijven ontwikkelen.
4. Vraag jouw sporters om feedback over jouw functioneren. Dit kun je doen aan het einde van een training (door vragen te stellen als “wat vonden jullie goed aan de training van vandaag en wat kan er volgende keer beter) of meer gestructureerd en op regelmatige basis met korte feedbackformulieren. Hierdoor geen je jouw sporters het gevoel dat ze gehoord worden. Uiteraard is het ook wel de bedoeling dat jij als coach met deze feedback aan de slag gaat.
5. Houd de ontwikkeling van jouw sporters actief bij. Dit kan op zowel individueel niveau als op teamniveau. Wanneer iets meetbaar is kan dit jouw sporters motiveren om te blijven werken aan verbeterpunten en sterke punten op peil te houden.

Dit kwartaal schrijft de VSPN meer blogs over het thema “relatie tussen coach en sporter”. Als dit thema jou interesseert, hou dan zeker de komende nieuwsbrieven van NLcoach in de gaten. Ook schrijven wij een uitgebreid artikel over dit thema in NLCOACH magazine (editie 2, 2022)!