Als coach wil je graag dat je team een eenheid vormt. Een eenheid staat garant voor veel positieve energie en weinig gedoe. Het betekent dat teamleden elkaar vertrouwen, goed samenwerken aan gezamenlijke doelen, elkaar steunen en vertrouwen hebben in de capaciteiten van het team. Dit alles komt de prestaties van het team ten goede.
“For everyone to go in the same direction, you’ve got to have strong links in the team. If there are weak links then you will have guys going off in different directions and that’s no good for anyone.”
Een eenheid ontstaat niet vanzelf en in veel teams zie je dit terug in de vorm van subgroepen. Subgroepen zijn groepjes binnen het team, bestaande uit individuen die zichtbaar hecht met elkaar zijn en die elkaar voortdurend opzoeken. Het ontstaan van subgroepen in sportteams kan problematisch zijn. Bijvoorbeeld wanneer ze geleidelijk hun eigen normen en waarden ontwikkelen, die minder effectief zijn of afwijken van de normen en waarden van het team als geheel. Stel bijvoorbeeld dat een van de teamwaarden is ‘samen elke dag beter worden’. In een subgroep kan de norm zijn ontstaan dat deze sporters alleen elkaar aanmoedigen en tips geven, en dit bij de teamgenoten die buiten de subgroep vallen, achterwege laten.
Een tweede probleem is dat teamleden die niet bij een bepaalde subgroep horen, zich buitengesloten voelen. Het gevoel er niet bij te horen maakt onzeker, wat ten koste gaat van hun prestaties. En doordat ze zich minder verbonden voelen met het team, neemt hun plezier af. Een derde probleem van groepsvorming is dat sommige sporters elkaar niet echt leren kennen, wat een voedingsbodem is voor onbegrip en ergernissen.
Als je dit zo leest zou je kunnen denken dat je het ontstaan van in je team subgroepen te allen tijde moet vermijden. Dat is niet per se het geval. Allereerst is het onvermijdelijk dat subgroepen ontstaan. Met name in grotere teams vormen zich nu eenmaal subgroepen. Uit onderzoek blijkt dat mensen graag ergens bij horen en tegelijk uniek zijn. Uniek zijn in een grote groep is lastig, terwijl onderdeel zijn van een subgroep ertoe leidt dat je je onderscheidend voelt én dat je ergens bij hoort.
Hiernaast blijkt uit onderzoek dat subgroepen in sportteams ook positieve effecten kunnen hebben. Teamleden kunnen, omdat ze bij een subgroep horen, juist meer sociale steun ervaren en een sterker gevoel van identiteit. Ook kunnen ze elkaar versterken in positief en effectief gedrag. Denk aan een subgroep sporters die elkaar gevonden hebben in het doen van extra schietoefeningen na de training. Ze motiveren elkaar, versterken elkaars gedrag en kunnen de rest van het team inspireren hetzelfde te gaan doen. Kortom: de aanwezigheid van subgroepen in je team hoeft niet schadelijk te zijn. Het gaat er dan ook niet om of er subgroepen zijn, relevanter is hoe ze zich gedragen.
Wanneer je merkt dat een subgroep in je team een negatief effect heeft op het team als geheel, kan je een aantal dingen doen. Probeer eerst een inschatting te maken van de oorzaak van het ontstaan van de subgroep(en). Is dit een logisch gevolg van de teamgrootte? Of zijn ze ontstaan vanuit onzekerheid of onvrede?
Vervolgens is het altijd effectief je sporters zoveel mogelijk te mixen, zodat iedereen met iedereen in contact komt en samenwerkt. Dit betekent dat je je sporters telkens in een andere samenstelling trainingsoefeningen laat uitvoeren, of dat je ze vraagt om eens bij iemand anders in de auto te stappen naar een uitwedstrijd. Doe je dit niet, dan zullen je sporters in negen van de tien keer hun vertrouwde groepje opzoeken, waardoor de grenzen tussen de groepen juist steeds duidelijker worden.
Wanneer je denkt dat subgroepen zijn ontstaan uit onzekerheid, zet dan hiernaast in op het versterken van de onderlinge band tussen alle sporters. Eindig een training eens door je sporters te vragen (random) in een cirkel te komen staan, om vervolgens iedereen de persoon rechts van hem/haar een compliment te geven. Of plan een teambijeenkomst in en laat het team voor ieder teamlid benoemen met welke kwaliteit hij/zij het team beter maakt. Dit soort oefeningen leiden tot een sterker teamgevoel. Ook zorgt het uitspreken van waardering naar individuen ervoor dat ze zich meer op hun gemak gaan voelen in de groep, waardoor de behoefte zich terug te trekken in een subgroep zal afnemen.
Vermoed je dat onvrede de oorzaak is van het ontstaan van een subgroep(en), ga dan met de betreffende sporters in gesprek. Wees nieuwsgierig: wat vinden ze lastig, vervelend, waarin voelen ze zich niet gehoord of gezien?
De coach van een volleybalteam merkt halverwege het seizoen dat er een subgroep is ontstaan in het team. De speelsters zoeken elkaar voortdurend op. Dat vindt de coach niet erg, maar wel dat ze veel onderonsjes hebben en stilvallen wanneer er andere speelsters bij komen staan. De coach gaat met de twee speelsters die de grootste invloed lijken te hebben in gesprek. Uiteindelijk blijkt dat de speelsters het vervelend vinden dat de coach af en toe speelsters uit een lager team mee laat doen in trainingen en wedstrijden. De coach hoort ze uitgebreid aan, en legt uit dat dit een bewuste keuze is waar echt hij achter staat. Hij vraagt ze na te denken over wat het effect van hun gedrag op de groep. De speelsters realiseren zich dat ze voor verdeeldheid en onzekerheid bij de rest van het team zorgen, terwijl dit niet hun bedoeling is. Na dit gesprek ziet de coach dat de subgroep nog steeds bestaat, maar dat ze zich minder afschermen en opener zijn naar de rest van het team, waaronder de speelsters uit het lagere team.
Hoe zit het met jouw team; kan je subgroepen onderscheiden? Maak een analyse:
Marjolein Torenbeek is Sportpsycholoog VSPN®, gespecialiseerd in het verbeteren van de samenwerking in sportteams. Ze helpt trainers-coaches een eenheid van hun team te creëren, bijvoorbeeld door de negatieve invloed van subgroepen te verminderen en de relaties tussen alle teamleden te versterken.