Denk eens terug aan een recente wedstrijd waarin je team (een bepaalde periode) heel goed presteerde. Waarin aanval en verdediging als vanzelf leken te gaan, ballen gemakkelijk werden afgepakt en scores gemakkelijk vielen. Herinner je je nog hoe het team erbij liep? Wat teamleden uitstraalden? En denk dan ook eens terug een minder succesvolle wedstrijd. Hoe was daarin de lichaamstaal van je team?
Teams die aan de winnende hand zijn, stralen totaal iets anders uit dat teams die aan het verliezen zijn. Als het lekker gaat zie je spelers meer lachen, rechtop staan, met hun schouders naar achteren en de kin omhoog. Ze bewegen zich energiek over het veld, maken meer oogcontact en moedigen elkaar meer aan met non-verbale signalen. De wisselspelers zijn nadrukkelijk enthousiast aanwezig. Dit in tegenstelling tot een wedstrijd waarin het niet lekker loopt. In zulke wedstrijden zie je dat spelers hun wenkbrauwen fronsen en met hun hoofd schudden, hun hoofd en schouders laten hangen en over het veld sloffen. Ze vermijden of hebben korter oogcontact met teamgenoten en de coach. De bank schreeuwt paniekerig of valt juist stil.
Wat je uitstraalt op het veld is van grote invloed op zowel de tegenstanders als op je eigen team. Wanneer spelers uitstralen dat ze geklopt zijn, dan werkt dit als een extra motivator en boost voor het vertrouwen voor de tegenstander. Uit onderzoek blijkt dat zo’n negatieve lichaamstaal een van de factoren is die kunnen zorgen voor momentum bij een tegenstander. Tegenstanders pikken lichaamstaal, hetgeen dat je uitstraalt, feilloos op. En dit geldt ook voor je eigen teamgenoten. Een verslagen lichaamshouding geeft het signaal dat het hopeloos is. Dit demotiveert en leidt in veel gevallen tot verminderde inzet. Stel je voor dat je als wisselspeler het veld inkomt en het team straalt uit dat het al verslagen is. Dat geeft weinig vertrouwen en stimulans om er eens even vol voor te gaan. Alleen: je bent natuurlijk nog helemaal niet verslagen.
Het is waardevol om te beseffen dat je met je uitstraling je tegenstander beïnvloedt, en dat je door deze te veranderen, je tegenstander op het verkeerde been kunt zetten. Want wat je uitstraalt hoeft niet overeen te komen met hoe je je daadwerkelijk voelt. Ook al loopt je eigen spel of dat van het team als geheel niet lekker en verlies je je vertrouwen of motivatie, dit hoef je niet te laten zien. Hoe slecht het ook gaat, je kunt altijd uitstralen dat het prima gaat. Dit brengt je tegenstander in verwarring, het kan net datgene zijn dat ervoor zorgt dat bij hen geen momentum ontstaat.
Daarnaast heeft een positieve lichaamshouding een positief effect op je eigen gemoed. Wanneer je lacht, je je groot maakt en uitstraalt dat je goed bezig bent, heeft dit een positief effect op hoe je je voelt en wat je denkt (namelijk: positiever), en daarmee op je acties. En ten slotte heeft zo’n lichaamshouding een positief effect op je teamgenoten. Als zij door jouw lichaamstaal het idee krijgen dat alles onder controle is, dat alles nog mogelijk is, dan geeft hen dit ook vertrouwen.
Ga eens met je team in gesprek over wat voor jullie optimale lichaamstaal is. Wat willen we op bepaalde momenten in en rondom wedstrijden als team uitstralen: tijdens de warming-up, tijdens time-outs, bij een betwistbare beslissing van de scheidsrechter, wanneer de tegenstander momentum heeft of als we twaalf punten achterstaan? En verwachten we op die momenten van de wisselspelers en de staf langs de lijn?
Om je een voorbeeld te geven, lees je hier de afspraken van een volleybalteam dat ik eens begeleidde: ‘We willen altijd uitstralen dat we kalm zijn, zelfvertrouwen hebben en alles onder controle, ook al hebben we dat gevoel soms niet. We willen altijd op een rustige, duidelijke manier met elkaar communiceren en uitstralen dat we elkaar steunen’.
Hierbij is het ook goed om te bespreken: wat willen we niet uitstralen? We willen bijvoorbeeld niet: inzakken, vertragen, frustratie tonen, elkaars blikken ontwijken, naar elkaar schreeuwen als het niet nodig is. Videobeelden zijn bij zo’n bespreking een handig hulpmiddel. Vergelijk de beelden van een wedstrijd waarin je team succesvol was eens met een opname van een minder succesvolle wedstrijd. Of bekijk beelden van een bekend sportteam op televisie of internet. Welke lichaamstaal zie je als het goed gaat? En wat zie je zoal als het niet goed gaat? Welke indruk geeft dit ons? Wat zal het effect hiervan zijn op de tegenstander?
Met alleen afspraken maken ben je er natuurlijk niet. Lichaamstaal is vaak onbewust. Je zult je team daarom veel moeten laten oefenen met het tonen van de gewenste lichaamstaal. Ook hier is het handig om opnames te bekijken van trainingen en wedstrijden. Want wat mensen denken uit te stralen, is niet altijd wat ze daadwerkelijk uitstralen. De beelden helpen het team om duidelijk te krijgen op welke momenten de lichaamstaal al optimaal is, en wanneer niet. Wanneer ga jij aan de slag met het optimaliseren van de lichaamstaal van je team?
Marjolein Torenbeek is Sportpsycholoog VSPN®. Ze houdt zich met haar onderneming PERFECT/10 bezig met teamontwikkeling in de sport: teams in de (sub)topsport helpen beter samen te werken en communiceren, voor meer synergie en betere teamprestaties. Ze schreef het boek SYNERGIE dat onlangs is uitgegeven door Arko Sports Media. Dit boek geeft handvatten om in elke fase van het seizoen steeds meer een eenheid te maken van je groep sporters, waardoor het team met meer plezier de best mogelijke prestatie neer kan zetten.