Iedere teamsporter, iedere coach heeft het wel eens meegemaakt: ‘choking under pressure’. Het team heeft zich goed voorbereid, is helemaal klaar voor de wedstrijd. En dan op hét moment komt het er niet uit. Het team bevriest, maakt onnodige fouten, lijkt de weg kwijt. Ineens lukt het niet meer om dat uit te voeren, waar vele uren op geoefend is. Wedstrijd verloren, een illusie armer.
Wat veroorzaakt choking under pressure? Een fysieke verklaring is er niet. Het is niet zo dat de technische, tactische of fysieke vaardigheden ineens weg zijn. Wat dan wel? Het hoofd. Of zoals James Kerr het beschrijft in zijn boek Legacy: “In any game played with the body, it’s the head that counts.”
In zijn boek beschrijft James Kerr het verschil tussen een ‘red head’ en een ‘blue head’. Een red head betekent dat een sporter of team bezig is met fouten of resultaten en daar geforceerd controle over probeert te krijgen. Bijvoorbeeld door uit alle macht fouten te proberen te voorkomen, door te overcompenseren of door voortdurend kritisch te kijken naar de prestaties. Een blue head daarentegen betekent dat een sporter of team met het hoofd in het moment is. Het hoofd is kalm, gedachten zijn in het hier en nu en gefocust op de taak. Alles lijkt vanzelf te gaan: flow.
In situaties waarin sporters geen druk voelen, zoals in veel trainingen, lukt het vaak prima een ‘blue head’ te hebben. Wanneer het spannend wordt, krijgen sporters ineens een ‘red head’. Dit heeft natuurlijk niets te maken met de situatie zelf, maar alles met de reactie op de situatie. En dat begint met de aandacht: waar richt een sporter of team deze op? Het zit namelijk zo: waar we onze aandacht op richten, bepaalt welke gedachten we hebben. Gedachten leiden tot emoties, emoties leiden tot gedrag en gedrag leidt tot bepaalde prestaties.
Een voorbeeld: wanneer een team voorstaat en de tegenstander komt langzaam terug, zal het team allerlei gedachten hebben. Wanneer de aandacht uitgaat naar gedachten als ‘we moeten nu scoren, anders staan we weer achter’, ‘zie je wel, we zijn niet goed genoeg’ en ‘we mogen nu geen fouten maken’, ontstaan er emoties als angst en onzekerheid. Angst leidt ertoe dat het team verkeerde beslissingen neemt, te snel handelt of zich juist gaat inhouden. Met andere woorden: de sporters ‘choken’, het team bezwijkt onder de druk. Het team heeft een red head.
Wanneer de aandacht in diezelfde situatie uitgaat naar gedachten als: ‘wat kunnen we doen om een goede aanval te spelen’ of ‘rustig blijven en het overzicht bewaren’, blijf het team rustig en gefocust op de taak en kunnen de teamleden hun niveau vasthouden. Een blue head dus.
Concluderend, het begint met: waar richt je je aandacht op? Wie in staat is om in spannende situaties ‘blauw’ te blijven of van ‘rood’ terug naar ‘blauw’ te gaan, zal goed blijven presteren. De hamvraag is: hoe houd je controle over je aandacht? Hoe houden we onze aandacht in het hier en nu, op onze taak?
Je wilt voorkomen dat je team zijn aandacht richt op gedachten over de uitkomst van de wedstrijd, over wat mensen zullen denken, over mislukte acties uit het verleden. Het is een vaardigheid om het op te merken wanneer de aandacht hier wel naar uit gaat en vervolgens de aandacht terug te brengen naar het hier en nu. Dan ben je rustig, gefocust en bevriest het lichaam niet en blijf je in staat goede beslissingen te nemen.
Stap 1 is dus dat je als coach en/of het team zelf opmerken dat het team op een bepaald moment een ‘red head’ heeft of aan het ontwikkelen is. In spannende situaties is dat al een uitdaging op zich. Het is echter te trainen en wanneer dat lukt, is stap 2: de aandacht terugbrengen in het hier en nu.
Wat goed werkt is de sporters iets te laten doen, waarmee ze de aandacht bij hun gedachten weghalen. Denk aan: het bewust opnieuw strikken van de veters, het knippen met de vingers, het opmerken van alle oranje dingen, of het bewegen van de grote tenen. Door kort de aandacht op zoiets te richten, ben je direct met je aandacht terug in het hier en nu.
Uiteraard is dit iets waar je team veelvuldig mee moet laten oefenen. Leg een training regelmatig stil en geef je sporters de opdracht hun actietje uit te voeren en dat met hun volle aandacht te doen. Wie alle oranje dingen wil scannen, scant alle oranje dingen en wie met zijn grote tenen wil wiebelen, wiebelt met zijn grote tenen. Vervolgens vraag je je sporters in gedachten te focussen op hun taak, en dan hervat je de training weer.
Hoe vaker je je team dit laat oefenen, hoe meer dit geautomatiseerd raakt en hoe gemakkelijker het is dit op spannende momenten succesvol te kunnen doen. Door zo de aandacht van het team te trainen, vergroot je de kans dat ze op spannende momenten een ‘blue head’ behouden of hier snel naar terugkeren wanneer ze een ‘red head’ ontwikkelen.
Marjolein Torenbeek is Sportpsycholoog VSPN®, gespecialiseerd in het verbeteren van de samenwerking in sportteams. Ze helpt sportteams met prestatiedruk om te gaan en een eenheid te vormen. Eind januari verschijnt haar nieuwe boek 'Synergie. Leid je team naar meer plezier en betere prestaties'.