Verschillende Olympische wintersporten onderscheiden zich door de ogenschijnlijk halsbrekende snelheden en tricks. Denk aan de snelheid waarmee van bergen gesjeesd wordt, door de rodelbaan geraced wordt, en de flips, corks en twists die atleten boven besneeuwde heuvels uithalen. Heftige blessures zijn bij olympische wintersporters daardoor niet onbekend. Terugkomen na zulke blessures is een hele andere vorm van topsport.
In 2020 brak Italiaanse skiër Dominik Paris zijn knie en scheurde hij zijn kruisband bij een ongeluk in de super G. Het jaar daarvoor werd hij wereldkampioen en op het moment van de crash stond hij nummer één in het worldcup klassement. Hij was 31 en voor menig atleet zou deze blessure het einde van een carrière betekenen.
Maar Paris ging voor de comeback. Hij vertelt hoe hij stapje voor stapje het vertrouwen in zijn lichaam terug moest vinden. “Het ging elke dag een beetje beter, mijn zelfvertrouwen groeide,” zei Paris over zijn eerste worldcup win na het ongeluk. “Het skieën gaat elke dag een beetje beter, maar ik weet dat het veel kost om terug op het hoogste podium te staan.” Op de afdaling eindigde hij als zesde, op de super G werd hij 21e.
Op de Olympische Spelen in 2018 in Pyeongchang ging de Amerikaanse rodelaar Emily Sweeney op voor een medaille, tot ze in haar laatste race keihard onderuitging. Ze verliet lopend de rodelbaan, maar bleek achteraf breuken in haar nek en ruggewervels te hebben, een hersenschudding en een verstuikte enkel. “Voor het ongeluk was ik nooit bang. Terugkomen was een enorme stap, het moeilijkste wat ik ooit heb gedaan.”
En niet alleen dat, na het ongeluk moest haar trainingsregime helemaal anders omdat haar gehavende rug de 'oude' belasting niet meer aankon. Ook de manier waarop ze wedstrijden inging moest anders: 'mentaal losser' noemt ze het zelf. “Ik moet er vol voor gaan,” zegt ze, “ik kan niet op safe spelen”. Vier jaar lang ging ze de strijd aan met haar angst om er in Beijing vol voor te gaan. In de tweede run ging het helaas mis; Emily crashte opnieuw, en eindigde daardoor als 28e. Gelukkig dit keer zonder heftige blessures. Achteraf zegt ze: “Het belangrijkste deel van het verhaal is dat ik er nog ben. Ik ben teruggekomen, ik heb alles overwonnen. Het was een enorme uitdaging.”
Na een heftige blessure kom je niet meer terug als je oude zelf. Je lichaam is anders en ook je mentale staat is anders. Anders betekent gelukkig niet per se minder, zoals Mark Tuitert bij NOS OS Peking Live zei: “Topsport is grenzen opzoeken. Soms weet je pas waar die grens ligt als je er overheen bent gegaan.” Veel sporters nemen waardevolle mentale lessen mee uit een herstelperiode (zoals de nieuwe mentaal 'losse' staat van Sweeney). Of weten nog beter wat hun lichaam nodig heeft, zoals Sjinkie Knegt. Hij merkte dat hij minder goed reageerde op krachttraining na zijn kachelongeluk. Ook krijgen veel sporters een hernieuwde waardering voor prestaties, ook voor die prestaties die niet tot eremetaal hebben geleid!
. artikel Pijn en je brein - de mentale factoren van blessures
. blog Blessures: zegens in vermomming