Beijing is niet zonder controverse als locatie van de Olympische Spelen. China staat immers niet bekend om haar respect voor mensenrechten. Politiek en de spelen gaan niet goed samen, in China al helemaal niet. Verschillende sporters geven aan zich niet uit te willen spreken, zoals bijvoorbeeld de Duitse Natalie Geisenberger: “Je moet oppassen met wat je zegt en waar je dat doet.”
Nils van der Poel sprak zich pas bij thuiskomst uit. “Het is vreselijk, hoe China mensenrechten schendt. Maar ik wil er niet teveel over zeggen, we hebben daar nog een ploeg.” In principe is het bij de Olympische Spelen nooit de bedoeling om politieke statements te maken. Toch wordt dat hier en daar gedaan, waarvoor meestal een oogje wordt toegeknepen.
“Ik vind dat je je best uit mag spreken over dingen die je belangrijk vind, zeker als je zo’n podium hebt,” zegt de Nederlandse bobsleester Jennifer Onasanya die uitkomt voor Oostenrijk. Ze wilde eigenlijk van start met schoenen met de namen van de zwarte slachtoffers van politiegeweld erop, wat als politiek statement zou kunnen leiden tot diskwalificatie. “Ik heb ze wel mee,” zei ze, “maar ik race er niet mee. Racisme is er en zal er altijd zijn. Ook binnen de sport. Ik vind het belangrijk om daarover een statement te maken.”
Het eerste politieke statement van een sporter tijdens deze spelen kwam van de Oekraïense skeletonner Vladyslav Heraskevych, die na zijn race een bordje met “no war” omhoog hield. Hij riskeerde daarmee diskwalificatie, maar nam dat risico graag. “Het is wat ik vind. Zoals alle normale mensen wil ik geen oorlog. Ik wil vrede in mijn land. Het is waar ik voor sta, dus daar vecht ik voor. Ik vecht voor vrede.”
Ook de LHBTIQ-community stond op: de Britse curler Bruce Mouat speelde met regenboogveters. “Het is ingewikkeld, waar we spelen is duidelijk niet de beste plek voor LHBTIQ-rechten en de ideeën in China daarover zijn vreselijk. Toch kies ik voor de sporter in mij, want ik wil een medaille winnen, dat is al jarenlang mijn droom.”
De Amerikaanse kunstschaatser Timothy LeDuc schreef geschiedenis als eerste openlijk non-binaire winter olympiër. Het paarrijden is een discipline waar de traditionele man-vrouw dynamiek op het ijs wordt verwacht, wat voor LeDuc een uitdaging was. Zijn partner, Ashley Cain-Gribble, sprak zich al eerder uit over hoe ze als langer dan gemiddelde kunstschaatser gebodyshamed werd. “Ashley en ik, we hadden iets te bewijzen vandaag. Ik hoop dat de mensen die kijken het gevoel hebben dat er ruimte voor hen is in het kunstschaatsen, om te vieren wat hen uniek en anders maakt,” zei LeDuc. “Voor non-binaire mensen zoals ik is het alleen mogelijk omdat andere geweldige queers de weg voor ons hebben vrijgemaakt, ik wil dat nu ook doen voor iedereen die na mij komt.”
Diversiteit is een thema wat zich steeds vaker naar de voorgrond vecht, ook in de sport. Racisme, uitsluiting en body-shaming gebeurt op alle niveau’s, zoals Onasanya zegt: “Het maakt niet uit of je olympiër bent of niet.” De emotionele effecten hiervan zijn groot. Het stelling nemen, je nek uitsteken en je uitspreken over dergelijke grensoverschrijdende verhalen is belangrijk, maar niet eenvoudig. Sporters riskeren diskwalificatie of pestcampagnes op social media. Of erger, denk aan het verhaal van tennisster Peng Shuai.
Onasanya, Mouat, Heraskevych en LeDuc hebben dit risico genomen. Zo’n sport-overstijgende waarde kan ook extra vuur geven, denk aan de bewijsdrang waar LeDuc het over heeft. Laten we met z’n allen open blijven staan voor de verhalen van deze sporters, zodat we het sportklimaat stapje bij stapje steeds inclusiever kunnen maken.
Foto: kovop58/Shutterstock
. blog Waarden