Wat is moeilijker? Een putt op hole 18, 2 meter met een beetje break van rechts naar links op woensdagavond. Een putt op hole 18, 2 meter met een beetje break van rechts naar links op zondagmiddag om voor het eerst onder de 80 te scoren tijdens de maandbeker finale bij jou op de club.
Statistieken op de PGA Tour laten zien dat de pro’s putts van dezelfde afstand minder vaak maken, wanneer het prijzengeld dat op het spel staat hoger is. Stel, de tweede prijs is $700.000 dollar en de derde prijs is $500.000. Dat betekent dat een putt om tweede te worden $200.000 waard is. Rekening houdend met play-offs en gedeelde plaatsen blijkt dat bij putts tussen 1,5 en 3 meter, voor elke $20.000 extra prijzengeld die op het spel staat, de kans dat de putt erin gaat 1% lager is. En dat is bij de beste golfers ter wereld die goed staan te spelen.
Begin augustus zagen we hoe Harris English op de laatste 9 holes zijn voorsprong kwijtraakte in het FedEx St. Jude World Golf Championship. Begin juni was het Robbie van West die met drie bogeys op de slotholes zijn kans op een overwinning op de Challenge Tour verspeelde. Van langer geleden kennen we Jordan Spieth die in 2016 de mist in ging op hole 12 van Augusta en Adam Scott die The Open van 2012 afsloot met vier bogeys.
Choking is de term die vaak wordt gebruikt bij dit soort situaties waarbij spelers in de slotfase slecht presteren. Al is dit als buitenstaander eigenlijk niet te zeggen. De kern van choking is namelijk dat iemand een hogere druk ervaart, daardoor angst en spanning voelt en als resultaat daarvan onder zijn normale niveau presteert. De enige die daar echt iets over kan zeggen is de speler zelf. Soms is het gewoon een serie mindere slagen en/of een beetje pech op een ongelukkig moment.
Als je het aan de golfers vraagt die een choke hebben ervaren, dan is de beleving trouwens wel heftiger dan ‘minder goed presteren dan normaal’. Het is een plotselinge en flinke verslechtering van hun niveau. Alsof ze bezwijken onder de druk. Omdat dit zich alleen voordoet als de belangen groot zijn, is dit lastig om na te bootsen in onderzoek. Daarom zeggen de onderzoeksresultaten meer over (onder)presteren onder druk in het algemeen. En die situatie komen we allemaal weleens tegen op de golfbaan.
Heb jij zelf weleens gechoked? Natuurlijk spelen de professionals om grote bedragen en zijn de gevolgen voor hen groter, maar het gaat om de subjectieve beleving. Als jij druk ervaart en spanning voelt op het moment dat jij over water moet slaan, onder het toeziend oog van de volgende flight moet afslaan of een goede ronde kan binnenbrengen, dan kan het ook zomaar gebeuren dat je even niet meer kan wat je normaal kunt.
Het misschien wel verrassende antwoord is nee. Natuurlijk, de hartslag gaat omhoog en je handen beginnen te trillen, maar dat gebeurt bij spelers die in een dezelfde situatie goed presteren ook en op een vergelijkbaar niveau. Het is niet de fysieke spanning die het verschil maakt tussen goed of slecht presteren onder druk. Wat wel samenhangt met het resultaat is of de speler zich zorgen maakt over succes/falen en de persoonlijke gevolgen daarvan.
Het is van belang hoe een speler de situatie en zijn spanning interpreteert. Zie je die laatste holes om een goede ronde neer te zetten als een uitdaging, of overheerst de dreiging van het niet willen verpesten? Hierbij spelen een aantal factoren een rol:
Wanneer je in deze situatie vertrouwen en controle ervaart en je vooral taakgericht bent, dan ervaar je de situatie als een uitdaging en heb je een grote kans om goed te presteren.
Dit betekent overigens niet dat je je per se comfortabel zal voelen. Naast gezonde spanning zul je waarschijnlijk ook angst ervaren. Maar ook daar speelt de interpretatie een sleutelrol. Is angst iets slechts, of helpt het je juist om te beseffen dat dit een belangrijk moment is en scherp te zijn.
Dit zijn allemaal zaken die je kunt trainen. Zorg ervoor dat je je optimaal voorbereid voor de volgende keer dat je die mooie ronde aan het spelen bent.
Spelers die goed presteren onder druk hebben geleerd om beter om te gaan met de situatie en hoe hun gedachten en hun lichaam daarop reageren.
Spelers die dreiging ervaren, kunnen zich minder goed op hun taak focussen. Ze raken afgeleid door die gapende bunker, die grote vijver en die witte paaltjes die zo fel afsteken tegen de groenbruine achtergrond. Ze zijn druk in hun hoofd met de score en wat die score betekent voor hun handicap en hoe anderen erop zullen reageren als ze het verpesten. Ze gaan extra letten op die technische instructies van hun pro en doen hun best om de gevraagde slag zo goed mogelijk uit te voeren. Kortom, de manier waarop ze normaal hun aandacht richten, de manier waarmee ze zich in zo’n goede positie hebben gespeeld, die wordt verstoord.
Over deze vraag wordt in de wetenschappelijke literatuur al vele jaren gediscussieerd. Simpel gezegd zijn er twee antwoorden.
Zelf monitoring: Te veel gericht op zichzelf en het goed uitvoeren van het proces en de beweging
Afleiding: Zorgen over het resultaat nemen aandacht in beslag en er blijft te weinig over voor de taak
Zelf monitoring theorieën
Als je moet spelen voor publiek, onder toeziend oog van je coach of wanneer je wordt gefilmd, dan zorgt dat voor sociale druk. De druk van het bekeken worden. Deze druk kan tot gevolg hebben dat je jezelf en je bewegingen meer gaan monitoren. Dat je ‘zelfbewust’ wordt. Vergelijk het met een situatie waarbij je moet spreken voor een groep en je zo bezig bent met jezelf en hoe je over wil komen, dat je de draad van je verhaal kwijtraakt en niet goed uit je woorden komt.
Een uitgangspunt van de zelf-monitoring theorieën is dat topsporters kunnen vertrouwen op hun automatismen. Als je leert golfen moet je nadenken over je grip, je set-up, je backswing en door de bal slaan, maar op een gegeven moment gaat het steeds meer vanzelf. Als je vervolgens je aandacht gaat richten op het goed uitvoeren van de onderdelen van het geheel, dan verstoor je het automatisme. Met twee treden tegelijk de trap op rennen gaat prima, maar probeer er tegelijkertijd maar eens op te letten dat je je rechterarm naar voren zwaait op het moment dat je met links een stap neemt. (Of misschien is het beter om dat niet te proberen).
Afleiding theorieën
Wanneer je de gevolgen van de uitkomst van je slag als groot ervaart, dan zorgt dat voor resultaat druk. Je eerste keer onder de 80, het winnen van een wedstrijd, het promoveren met het team of soms zelfs een mooie reis of waardebonnen. Deze druk kan tot gevolg hebben dat je vooruit gaat denken. Je raakt afgeleid, omdat je bezig bent met de mogelijk gevolgen van je acties en wat dat voor je betekent. Je maakt je zorgen.
Een uitgangspunt van de afleiding theorieën is dat je als mens een bepaalde aandachtscapaciteit hebt. Aandacht is een component van wat we ons werkgeheugen noemen. Dit werkgeheugen is beperkt en dat betekent dat we niet overal tegelijk op kunnen letten. Wanneer we dingen op de automatische piloot kunnen, dan lukt het om twee dingen tegelijk doen. Denk aan een gesprek voeren tijdens het autorijden. Maar als je moet remmen en uitwijken omdat iemand plotseling van rijbaan verandert, dan merk je dat één van beide minder goed zal gaan.
In golf betekent dit dat je in je hoofd zo druk bent met alles wat er mis kan gaan, dat je dingen gaat missen in het voorbereiden en uitvoeren van je slag. Je hebt geen rekening gehouden met de wind, of niet op je ritme gelet zoals je je had voorgenomen. Je denkt niet meer helder na.
Voor beide theorieën is wat te zeggen en in veel prestatiesituaties zijn zowel sociale druk als resultaat druk aanwezig. Als je het aan golfers vraagt die een choke hebben meegemaakt, dan geven die vooral aan dat ze meer afgeleid waren en met het resultaat in hun hoofd zaten. Laboratoriumonderzoeken laten duidelijk zien dat golfers die meer bezig zijn met hun techniek, minder vloeiend en goed swingen en presteren. Het lijkt er dus op dat beide mechanismen een rol spelen en dat het afhangt van de speler, de situatie en de taak die uitgevoerd moet worden.
Ook hebben beide theorieën, strategieën en technieken opgeleverd die helpen om choking onder druk tegen te gaan. Dat is uiteindelijk waar we naar op zoek zijn. Maar voordat ik die op een rij zet, eerst nog wat onderzoeksuitkomsten die je helpen om de voor jou best werkende aanpak te kiezen.
Veel van de onderzoeken in sport hebben zich gericht op de uitvoeringsfase. In golf de swing of stroke. Maar er komt nog veel meer kijken bij het slaan van een goede bal. Allereerst gaat het om het waarnemen van de hole en het verzamelen en selecteren van informatie. Vervolgens ga je bepalen wat jouw target wordt en welk schot je met welke club op welke manier wil spelen.
Alles wat je tot nu toe hebt gedaan, heeft invloed op de uitvoeringsfase, het slaan van de bal. Voor de uitvoering maakt het flink uit of je de bal voor het water oplegt, of toch probeert om met je houten 3 de overkant te halen. In het eerste geval hoef je je minder zorgen te maken over de uitkomst en is het makkelijker om te vertrouwen op je automatisme en vrijuit te slaan. Je kunt je voorstellen dat je meer zorgen hebt over het resultaat, als je ervoor gaat met je houten 3. Dit maakt de neiging om controle uit te oefenen over je proces en je techniek groter.
Als je kijkt naar de taken bij het slaan van een bal, dan verschillen die ook in de mate waarin ze een beroep doen op je werkgeheugen en op je automatismen.
Voorbereiden
Het verzamelen van informatie en het maken van een keuze heeft veel gemeen het maken van een wiskunde som. Hierbij heb je al je aandacht nodig om alle variabelen af te wegen en tot de optimale keuze te komen.
Uitvoeren
Wanneer je een slag voldoende beheerst, dan hoef je er weinig bij na te denken. Zoals gezegd zullen goede spelers in veel gevallen kunnen vertrouwen op hun automatisme. Ook bij minder goede spelers is putten het onderdeel dat het meest vanzelf gaat. Maar wat als je nog niet zo lang speelt, of net iets aan het veranderen bent? Dan heb je misschien wel je aandacht en je werkgeheugen nodig!
Wanneer je door resultaat druk afgeleid raakt door de gevolgen van je slag en je niet meer helder nadenkt, dan maak je vaker een verkeerde keuze. Een verkeerde keuze zorgt er op zijn beurt voor dat je bij je slag minder kunt vertrouwen op je automatisme en je de slag minder goed uitvoert. Ging het fout doordat je te veel op je techniek lette, of ging het daarvoor al mis in het keuzeproces?
In onderzoeken naar zelfmonitoring is naar voren gekomen dat wanneer je goede spelers een afleidende taak geeft, ze nog steeds een goede bal kunnen slaan. Denk aan het letten op woorden van een liedje, of het reageren op een geluid, terwijl je aan het putten bent. Als het putten een automatisme is, dan kun je beide taken tegelijk goed uitvoeren. Als je de tweede taak probeert te doen tijdens het maken van een wiskundesom of het bepalen van je club, dan leidt dit af.
Andere onderzoeken laten zien dat het geven van stap voor stap instructies een verstorend effect heeft bij het uitvoeren van een automatisme zoals een putt. De beweging wordt dan minder vloeiend en het resultaat ook minder. Wanneer je dit doet bij het uitvoeren van een wiskundesom, dan helpt dit juist!
De effecten van de dubbeltaak zijn anders voor beginners dan voor experts. Goede golfers bleven moeiteloos putten terwijl ze tegelijkertijd op een geluid moesten reageren. Beginners raakten erdoor van slag. Een stap voor stap instructie had bij beginners een goede uitwerking, bij experts werkte dit verstorend. Is een bepaalde slag voor jou een automatisme, of heb je er je werkgeheugen en aandacht bij nodig?
Uiteindelijk speel je het beste wanneer je kunt vertrouwen op je automatismen. Dat betekent niet dat je alle spelonderdelen en technieken op een hoog niveau beheerst, maar wel dat je ze bij herhaling op jouw niveau kunt uitvoeren. Wanneer je goed wil presteren onder druk, zorg dan dat je voorbereid bent en dat je weet hoe je het gaat aanpakken als het moment daar is. Denk aan:
De kunst blijft om uit te zoeken wat het beste werkt voor jou. In dit blog heb ik je een raamwerk en wat opties gegeven om dit voor jezelf te gaan testen.
Katie Payne, Mark Wilson & Samuel Vine - A systematic review of the anxiety -attention relationship in far-aiming skills - 2018
Daniel Gucciardi et al. Experienced Golfers Perspectives on Choking Under Pressure
Arne Nieuwenhuys & Raoul Oudejans - Anxiety and perceptual motor performance - 2012
Rob Gray - Links between attention performance pressure and movement in skilled moter action - 201
Peter Gröpel & Christopher Mesagno - Choking interventions in sport - 2017
Christopher Mesagno & Juergen Beckmann - Choking under pressure - 2017
Daniel Hickman & Neil Metz - The impact of pressure on performance - 2014
Perception Action Podcast #73 door Rob Gray - Attentional Theories of Choking Under Pressure revisited I
Perception Action Podcast #75 door Rob Gray - Attentional Theories of Choking Under Pressure revisited II
Frank Bakker & Raoul Oudejans - Sportpsychologie - 2012
Pia Nilsson & Lynn Marriott - Every shot must have a purpose